Wednesday 16 November 2011

Lastig


leven is het met ouders die graag anders doen en speciaal proberen te koken. Jente ondervindt het elke dag opnieuw. Niet alleen stellen we hem dagelijks bloot aan dat woeste Waals, hij moet ook nog eens vieze zaken eten. Gisteren was het weer prijs, Erinn had in Ons Viezzy Kookboek (oftewel 'veggie' ;-) tortilla met tofu gekozen. Jente probeerde te raden wat dat witte was : fetarella!

(op foto : Yorijn en Jente)

Dagelijks Brood



Het niet behoren tot een godsdienst heeft ook nog z'n voordelen (jawel! we missen misschien de rijstpap met de gouden lepeltjes, maar er zijn andere dingen om naar uit te kijken nietwaar). Namelijk het volgende voordeel : het verafgoden van eten, en meerbepaald, brood. Ik ben verliefd geworden op mijn eigen dagelijks brood en ik indoctrineerde eerst mijn brave echtgenoot en lieve kinderen (of horen de adjectieven omgekeerd?), en nadien probeerde ik het uit op mijn familie. Die zijn het moeilijkste, de familie van Hannes accepteert al jàren alles wat ik hen voorschotel, zonder morren (ze zouden eens moeten proberen!), mijn familie daarentegen haalt alles op voorhand neer, en dit ook al jàren. Mijn cakejes zijn te zwaar, mijn taarten niet zoet genoeg, mijn hamburgers te vegetarisch en mijn aperitiefjes bevatten te weinig alcohol. Maar deze keer lijkt het te lukken met mijn zuurdesembroodjes. Eske en Dieter proefden als eerste die met zonnebloempitten, verdict : te weinig zout. (erger nog: er zat zelfs géén zout in) Daarna probeerde ik een noten-rozijnenbrood (mét 1 theelepel zout!) bij mijn broer en daar viel het - oh yeah! - heel goed in de smaak. Ikke dus dolgelukkig en tevreden met deze bevestiging. Blijven volhouden is nu de boodschap, want er komt wel wat werk bij kijken, en dan spreek ik nog niet van de afwas...

Yes, I know, zot van brood, hoe kom je erbij? Geen idee, maar het maakt me wél vrolijk! Kijk maar eens naar deze foto's!


Thursday 10 November 2011

Katten en Fazanten

Wie thuis katten heeft, kent dit bekende fenomeen vast wel: de kat ziet je in de verte aankomen terwijl je naar de voordeur gaat, hij of zij komt spurtend en vol enthousiasme aangelopen, zó blij is-ie van je te zien én van het feit dat hij (of zij dus) straks lekker warm binnen op een zetel kan liggen. Hij botst bijna tegen de voordeur terwijl jij die opendoet, en dan begint het: het dralen. Het eerst nog even aan mijn voorpootje lekken. Het achteloos neervleien van mijn staart rond mijn gestroomlijnde lichaam. Het rondkijken en doen alsof het helemaal niet zo belangrijk is, laat staan noodzakelijk, om binnen te gaan en lekker in een zetel te gaan liggen. Ik stap binnen en roep nog even 'Vlekkie of Titus (al naargelang nietwaar), komt ge niet binnen dan?' En dan kijkt die kat zo van : 'Allé, omdat gij het vraagt!'

Fazanten daarentegen, zijn van een heel ander kaliber. Die hebben we niet in huis, maar af en toe wel in de tuin, ze durven wel eens het eten van de kippen komen pikken. (Lisa blijft steevast 'pik' zeggen i.p.v. 'kip' maar dit geheel terzijde). Fazanten lopen er hier overal rond in de buurt. En je ziet ze al van verre de straat oversteken, stokstijf lopend alsof er hun iemand op de hielen zit. Dan horen ze je auto aankomen en stoppen ze met lopen, ze blijven zelfs midden op de baan staan, tot je er helemaal bent. Dan pas stappen ze klauwtje voor klauwtje verder, en ze kijken je zo aan van : 'Jaag mij niet op hé, jagers zijn zó passé!'.

Kijk, katten, die doen het uit principe, vooral niet toegeven dat ze hun baasje liefhebben. Maar fazanten, die zijn gewoonweg dom. Of zit er toch iets meer achter?